Dat schrijft De Financiële Telegraaf. De spijkerbroeken van Kings of Indigo worden in tien landen verkocht, waarbij de focus vooral op de Noord-Europese markt ligt. Het bedrijf werkt aan de uitbreiding van de markt in Zweden, Denemarken, Duitsland en Frankrijk. Nederland blijft echter de grootste markt voor het merk.
Volgens oprichter Tony Tonnaer kan Nederland binnenkort zelfs de eerste Kings of Indigo-winkel verwachten. Die moet komen in Amsterdam. “Het is een goede uitvalsbasis”, zegt Tonnaer tegen De Financiële Telegraaf. “In Amsterdam ligt ons hart.”
Duurzame materialen
Kings of Indigo maakt spijkerbroeken van duurzame materialen als biologisch katoen, oude spijkerbroeken en hennep. De broeken worden daarnaast relatief dicht bij huis gemaakt. Zo worden ze gestikt in Tunesië en gewassen in Italië. Het leer uit de collecties is afkomstig uit Nederland.
Dankzij dit beleid scoorde Kings of Indigo vorig jaar het hoogst in de duurzaamheidsranglijst van Rank a Brand. Net als het merk Kuyichi, waarvan Tonnaer voorheen ook directeur was, scoorde het merk een B-label. Daarmee zijn de merken volgens de vergelijkingswebsite ‘goed op weg’, maar zijn verbeterpunten nog mogelijk.
Duurzaamheid als bonus
Volgens Tonnaer is Kings of Indigo echter terughoudend met communicatie over de duurzame aspecten van zijn jeans en productieketen. “Mensen moeten onze jeans kopen omdat ze die mooi, tijdloos en cool vinden en de broeken lekker vinden zitten. De duurzaamheid is een bonus. Mensen onbewust bewuste keuzes laten maken, dat vinden wij mooi”, aldus Tonnaer.
Bron: De Financiële Telegraaf | Foto: public domain
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in