“We hebben een groot broeikasprobleem, een heel groot broeikasprobleem. Als we zo door gaan hebben we het niet meer over een opwarming van 2 graden Celsius, maar wel 4, 5 of 6 graden Celsius en dat is desastreus voor onze planeet.”
André Faaij, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, windt er geen doekjes om: het gaat slecht met het klimaat. Het klimaat op aarde is behoorlijk aan het veranderen door de hoge CO2-concentraties in de lucht. Dit jaar nog hebben we een recordhoogte bereikt van 400 ppm (parts per million). Voor het industriële tijdperk aanbrak was dat nog 280 ppm. Als ‘veilige’ grens wordt 350 ppm aangehouden.
Als we zo door gaan is er geen opwarming van 2 graden Celsius, maar wel 4, 5 of 6 graden en dat is desastreus voor onze planeet.André Faaij, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht
Daarom zoeken we naast windmolens en zonnepanelen onze heil in biomassa, biobrandstoffen en de biobased economy. Die moeten ons helpen om ons verbruik in fossiele brandstoffen tot een minimum te beperken en de koolstofkringloop te sluiten. Faaij: “Om dit probleem op te lossen moeten we binnen deze eeuw mondiaal naar een 0-emissie of zelfs een negatieve emissie. Biomassa is bijzonder, omdat het de enige manier is om CO2-neutraal koolstof te kunnen gebruiken.”
De biobased economy
Het concept van de biobased economy is in de basis vrij simpel. De belofte van de biobased economy is dat niet fossiele brandstoffen, maar biomassa ons zal voorzien van energie in de vorm van stroom, warmte en transportbrandstoffen, alsook van bouwstenen voor materialen en chemicaliën.
Biomassa is al het materiaal met een plantaardige of dierlijke herkomst, zoals hout, graan, suikerbiet, hennep en vlas, maar ook algen en wieren. Dit is direct beschikbare biomassa. Daarnaast kunnen de reststromen die vrijkomen van gewassen als stro, hooi en mest gebruikt worden als biomassa. Ook bij verschillende productieprocessen komt bruikbare biomassa vrij, zoals aardappelschillen, koffiedik en resthout.
We kunnen algen genetisch zo aanpassen dat ze door ons gewenste moleculen produceren uit CO2. Hiervoor hoeven we ze alleen te belichten.Klaas Hellingwerf, hoogleraar microbiologie aan de UvA
Klaas Hellingwerf, hoogleraar microbiologie aan de Universiteit van Amsterdam, kan zich wel inbeelden hoe de biobased economy eruit ziet. Dat is een toekomst waarin kleine beestjes naar wens de benodigde biobrandstoffen en –materialen kunnen produceren. “We kunnen micro-organismen zoals blauwgroene algen, ook wel cyanobacteriën genoemd, genetisch zo aanpassen dat ze door ons gewenste moleculen produceren uit CO2. Hiervoor hoeven we ze alleen te belichten.”
Hellingwerf ziet de toekomst positief in. “Het gebruik van micro-organismen als fabriekjes heeft twee grote voordelen: Het is veel efficiënter dan het kweken en produceren van biomassa en het vervolgens tot bruikbare stoffen te raffineren. En omdat deze micro-organismen niet geoogst worden is het gebruik van mineralen zoals fosfaat veel beperkter nodig,” aldus de hoogleraar.
Risico’s en kansen
Ondanks die belofte van de biobased economy, wordt op dit moment het gebruik van biomassa ook in verband gebracht met landroof, ontbossing en extra CO2-uitstoot. Omstreden biobrandstoffen ontnemen voedsel uit de monden van arme mensen om in Westerse brandstofslurpende auto’s te belanden. Is biomassa helemaal niet zo duurzaam als werd aangenomen? De knelpunten van de biobased economy worden besproken in: De risico’s van de biobased economy deel 1 en deel 2
Maar Nederland, met zijn sterke sectoren in chemie en agro, ruikt ook kansen. Waar die kansen liggen en wie er in Nederland al behoorlijk aan de duurzame weg timmeren is te lezen in: De kansen van de biobased economy
Foto: Kristian Peters via Wikimedia
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in