Dat blijkt uit een serie interviews die NEN (Nederlands normalisatie-instituut) heeft gepubliceerd in het kader van een campagne over water. Kopstukken uit de watersector geven daarin hun visie op duurzaamheid en impact in de waterketen en de kansen voor Nederlandse bedrijven in het buitenland. DuurzaamBedrijfsleven zet drie lessen uit deze interviews op een rij.
1. Een duurzame waterketen vraagt om een integrale aanpak
Waterbeheer is een complexe optelsom van zuivering van afvalwater, reiniging van oppervlaktewater, productie van drinkwater en het beheer van waterstanden. Partijen die deze elementen integraal weten te benaderen, maken de grootste slagen in het verduurzamen van de keten.
Directeur Roelof Kruize van Waternet vertelt in dit interview over een probleem waar landbouwers in de polders rond Amsterdam mee te maken hebben. Doordat deze gebieden onder de zeespiegel liggen, komt er kwelwater omhoog door de bodem. Elk jaar gaat het om 10 miljoen kubieke meter brak water, dat moet worden weggespoeld met IJsselmeerwater. Het is een probleem dat steeds urgenter wordt door droge zomers en bodemdaling.
Waternet vond een structurele oplossing die niet alleen duurzaam, maar ook nog eens betaalbaar is. “We gaan kwelwater – water dat nu in feite wordt afgevoerd alsof het afvalwater is - door een membraan halen om er drinkwater van te maken”, vertelt Kruize in het interview. Door kwelwater op deze manier te filteren, ontstaat drinkwater.
De toepassing wordt dit jaar voor het eerst echt toegepast in de polder. Maar het project houdt voor Kruize niet op bij de grenzen van de omgeving van Amsterdam. De Waternet-directeur ziet mogelijkheden voor internationale toepassing van de aanpak, bijvoorbeeld in Bangladesh of Egypte. “Door de stevige normen die in Nederland zijn ingericht voor water, kan Nederlandse technologie ook in het buitenland hoge ogen gooien”, zegt hij.
Lees ook:
- Een schone Rijn begint bij vertrouwen in waterlaboratoria
- Verduurzamen van watertechnologie
- Innovatie bestaat pas echt als deze daadwerkelijk wordt toegepast
2. Klimaatverandering dwingt steden tot beter waterbeheer
De gevolgen van klimaatverandering maken dat steden wereldwijd, en zeker ook in Nederland, voor een opgave komen te staan. Regenbuien duren langer en zijn heviger. Rivieren treden vaker buiten hun oevers. Het is een grote uitdaging voor overheden, bedrijfsleven en bewoners om de gevolgen onder controle te houden, stelt NEN.
Directeur Joke Cuperus van drinkwaterbedrijf PWN is het daar mee eens. “In diverse bestuursakkoorden werken we samen met waterschappen en met gemeenten om de wateropgave op alle fronten aan te pakken. Bekend zijn de overstromende riolen, maar losliggende leidingen en een stijgende temperatuur in de waterleiding zijn ook gevolgen van de klimaatverandering”, vertelt Cuperus in dit interview.
"Het is belangrijk dat alle leidingbeheerders samenwerken om grip te krijgen op de ‘ondergrondse spaghetti’ van leidingen"
Cuperus wijst op het belang van samenwerking om die problemen het hoofd te bieden. “Het is belangrijk dat alle leidingbeheerders samenwerken om grip te krijgen op de ‘ondergrondse spaghetti’ van leidingen. Als dat goed in beeld is kunnen onderhouds- en vervangingswerkzaamheden goed op elkaar afgestemd worden, waardoor de overlast beperkt blijft.”
Het Nederlandse riool is volgens voorzitter Hugo Gastkemper van Stichting Rioned goed op orde. “In tegenstelling tot wat weleens gezegd wordt”, zegt hij in dit interview. Om dat zo te houden, vervangen of renoveren gemeentes jaarlijks een procent van het rioolstelsel. Volgens Rioned geven we daaraan in Nederland € 1,5 mrd per jaar uit.
Afspraken en normen helpen om dat onderhoud in goede banen te leiden, zegt Gastkemper. “Als wegbeheerders, groenbeheerders, waterbeheerders en regionale uitvoeringsdiensten dezelfde data gebruiken, maakt dat hun werk dus veel efficiënter. Wij lopen als rioleringsbranche voorop en we werken nauw samen met CROW en het Informatiehuis Water. Via NEN-commissies blijven we verbonden met andere Europese landen en zoeken we elkaars kracht om zo een standaard te ontwikkelen die voor heel Europa bruikbaar is.”
Lees ook:
- Wij willen een voortrekkersrol vervullen als waterregisseur
- Samenwerking en kennisdeling versterken de watersector
3. Kennisdeling leidt tot internationale impact
De Nederlandse watersector heeft een sterke positie op de internationale watermarkt. Toch is het voor individuele bedrijven niet gemakkelijk om structureel invulling te geven aan die koplopersrol. Henk Ovink is Watergezant voor de Nederlandse overheid. “Geen enkele partij heeft zelf alle kennis in huis om complexe wateropgaven op te lossen”, zegt hij in dit artikel.
“Het lukt alleen als veel verschillende partijen samenwerken en bereid zijn hun kennis te delen. Samenwerking en transparantie zijn dan ook dé kernwaardes van onze aanpak. Als watergezant probeer ik zoveel mogelijk partijen aan tafel te krijgen: de Nederlandse watersector en lokale partijen en communities, maar ook internationale adviseurs. Hoe groter die tafel is, hoe groter de kans dat de plannen in uitvoering gaan.”
“Geen enkele partij heeft zelf alle kennis in huis om complexe wateropgaven op te lossen”
Toch mag het niet bij plannen en incidentele projecten blijven, zegt Ovink. Nederlandse partijen laten zich nog maar mondjesmaat horen als het gaat om afspraken en platforms waarbij kennisdeling en de ontwikkeling van normen centraal staan.
Transparantie en duidelijk meetbare data dragen bij aan het lerend vermogen van partners en overheden. Vooral de economische meerwaarde werkt overtuigend, maar het meewegen van ‘zachtere’ waarde voor ecologie en samenleving blijven achter.
“Onderlinge uitwisseling van kennis en evaluaties van de manier waarop partijen plannen maken en projecten realiseren, is leerzaam en geeft inzicht in elkaars afwegingen. Dat zou kunnen leiden tot een genormeerde evaluatiemethode”, zegt Ovink. “Ik wil daarbij wel aantekenen dat de meerwaarde daarvan vooral zit in de verbinding tussen partijen. De wereld beter maken doe je samen, afspraken die partijen uitsluiten horen daar niet bij.”
Volgens directeur Lennart Silvis van het Netherlands Water Partnership (NWP), een organisatie met als doel het bevorderen van de Nederlandse watersector in het buitenland, kan normalisatie helpen om innovaties internationaal aan de man te brengen, bijvoorbeeld om waterproblemen op een duurzame manier op te lossen.
“Wij zijn een land van innovatieve technologieën en daarvan moeten we het hebben in het buitenland’, zegt Silvis in dit interview. Wel maakt hij een kanttekening. “Normen morgen geen rem zijn voor creativiteit en innovatie. Een mooie uitdaging is hoe we ervoor kunnen zorgen dat kleine bedrijven met hun state of the art technologie invloed hebben op de ontwikkeling van internationale normering.”
Lees ook:
Bron: NEN | Headerfoto: Willyam Bradberry/Shutterstock | Foto in-tekst: Mihai-Bogdan Lazar/Shutterstock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in