Postgroei is het centrale onderwerp van het in oktober 2022 verschenen boek Er is leven na de groei. Paul Schenderling is de auteur, maar de inhoud, zo benadrukt hij, is het resultaat van anderhalf jaar intensief overleg en discussie in een initiatiefgroep van vijftien mensen van elf politieke partijen.
Zij vonden dat er een tegenhanger moest komen van groene groei en een nuancering van ‘ontgroei’ (de-growth), het onderwerp dat zo veel aandacht kreeg door het populaire boek Less is more van Jason Hickel. Waar het bij groene groei nog steeds over groei gaat, gaat het bij ontgroei over krimp en Schenderling “wil nog wel eens zien, in harde berekeningen, dat het mogelijk is om de economie te laten krimpen in combinatie met gezonde overheidsfinanciën, een stabiele werkgelegenheid, betaalbare zorg enzovoorts.” Bij postgroei gaat het over het voorkomen van zo veel mogelijk verspilling in de productieketens door de belasting te verschuiven van arbeid naar consumptie, met behoud van de welvaart van mensen en meer levensgeluk.
Hoe het allemaal begon
Het zaadje voor postgroei werd geplant in Schenderling’s eigen gezin. Zo’n zeven jaar geleden begonnen zijn vrouw en hij met “postgroei in de praktijk”. Door kritisch te kijken of ze alle spullen die ze kochten ook echt nodig hadden, bespaarden ze – zo bleek na vijf jaar – 20 procent aan uitgaven. De conclusie: “Minder milieu-impact betekent helemaal niet minder nut, want eigenlijk gebruiken we nog steeds alle spullen die we vroeger hadden, alleen zijn we geswitcht naar spullen met een veel langere levensduur. De dingen die we echt niet nodig hebben, kopen we niet meer.” Doordat ze minder uitgaven hadden, maar toch hun levensstandaard en welvaart behielden, kon Schenderling ook minder gaan werken: ook 20 procent. “Je hebt meer vrije tijd, waardoor je meer sociale contacten hebt, bijvoorbeeld met je buren omdat je dingen aan het delen bent.”
Nulgroei
Het doel van postgroei is nulgroei. Elke groei betekent namelijk meer energie- en materialenverbruik en juist dat moet een halt worden toegeroepen. “Door de consumptiegroei te beperken, kun je veel effectiever en veel sneller vergroenen. We jagen nu het pad na waarin we de CO2-uitstoot verminderen in ruil voor veel meer materiaalgebruik en dat is op termijn onhoudbaar.”
Het doel moet dus zijn om de consumptiegroei te stoppen om zo een rem te zetten op de productie van spullen. Alleen zo kan het materiaal- en waterverbruik en het gebruik van toxische stoffen worden teruggedrongen. Is dat dan niet op te lossen met technologie? Nee, dus. Dat is volgens Schenderling de ‘Jevons-paradox’: “Alle milieuwinst die we boeken met technologische vooruitgang aan de productiekant van de economie wordt grotendeels ongedaan gemaakt door consumptiegroei. De brandstofmotor is de afgelopen zeventig jaar twee keer zo efficiënt geworden, maar de milieuwinst daarvan is volledig ongedaan gemaakt doordat we meer ‘kilo’s auto’ zijn gaan consumeren. En dat heeft de milieuwinst voor 100 procent ongedaan gemaakt.” Daarom werkt groene groei niet. Daar komt nog bij dat veel van de productie voor groene groei – en de schade die daarmee aan het milieu wordt aangebracht – in het buitenland en dus buiten ons gezichtsveld plaatsvindt. Ontgroei dan? Moeten we streven naar krimp? Schenderling: “Ontgroei suggereert dat alles minder wordt, zonder uit te leggen dat heel veel dingen meer worden. Postgroei is neutraler: ‘na de groei’.”
Balanceer-act
Schenderling noemt postgroei een “balanceer-act tussen gelijkblijvende welvaart en het afbouwen van de milieu-impact en verkorting van de werktijd.” Belangrijk is dat mensen met de laagste inkomens worden beschermd. “Door het huidige Europese beleid worden de prijzen opgedreven en dat is degressief. Dat betekent heel simpel gezegd dat mensen met de laagste inkomens de meeste last hebben van het milieubeleid. Als ik er dan ook nog bij vertel dat de meeste milieusubsidies naar mensen met de hoogste inkomens gaan, dan voeren wij op dit moment beleid dat vet degressief is.”
Levensgeluk
Schenderling maakt in Er is leven na de groei onderscheid tussen twee bronnen van levensgeluk: sociale relaties en betekenis. Met postgroei krijg je meer tijd voor betere sociale relaties, doordat je meer deelt en repareert en doordat je arbeid en vakmanschap meer waardeert. Tegelijkertijd lever je een bijdrage aan een betere wereld: “Je ervaart meer betekenis uit wat je doet, omdat je veel effectiever bezig bent. Dat heb ik zelf ook ervaren. Meer vrije tijd betekent ook dat je meer tijd hebt voor betekenisvolle projecten, zoals vrijwilligerswerk.”
Toekomstvisie
Schenderling pleit voor een andere kijk op aandeelhouderskapitalisme en zou graag zien dat er meer wordt ingezet op dividend op lange termijn dan op “hijgerige” koerswinst op korte termijn en verwijst naar een studie van het IMF, waaruit blijkt dat “als we nu niet wat rendement inleveren voor het klimaat dan zijn we op langere termijn veel duurder uit met een heel erg negatief rendement.” Hij verwacht ook een verschuiving van omzetmaximalisatie naar technische optimalisatie: “Hoe kun je met zo min mogelijk energie en materialen zo veel mogelijk kwaliteit van leven en toegevoegde waarde bieden en klanten binden?” Hij vermoedt dat “bedrijven in de toekomst een veel nauwere relatie met klanten zullen hebben, omdat je wil dat die klant bij je terugkomt voor allerlei services, zoals onderdelen vervangen, reparaties doen, onderhoud en beheer. Misschien zo nu en dan een update. Dan wil je dat je een heel goed product biedt, waar je heel lang mee kunt doen en waarbij je weinig energie en materiaal gebruikt en waarmee je de relatie met de klant centraal stelt, en niet de omzetmaximalisatie op korte termijn."
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in