Van de bedrijven in de Stoxx Europe 50-index die in 2022 hun CO2-doelen haalden, ontvingen leidinggevenden gemiddeld 86 procent van het beschikbare bonusgeld. De helft kreeg zelfs de volle pot. Ter vergelijking: de uitbetaling van niet-klimaat gerelateerde bonussen is gemiddeld 75 procent.
De onderzoekers trokken een alarmerende conclusie: slechts 14 procent van de bedrijven hanteert een klimaatgelinkt beloningssysteem dat echt goed in elkaar steekt. Groene investeerders kunnen die systemen dus niet gebruiken om de duurzame prestaties van een bedrijf in te schatten.
In het rapport maken PwC en de London Business School binnen de vijftig grootse Europese bedrijven onderscheid tussen de 14 grote uitstoters en 36 bedrijven die minder CO2 uitstoten. Dit is relevant, omdat meer dan 200 institutionele beleggers samenwerken in Climate Action 100+ om juist de grootste uitstoters te motiveren om hun uitstoot te verminderen. Het is interessant voor deze beleggers om te weten of een beloningssysteem gekoppeld aan CO2-reductie werkt als extra duwtje in de rug.
Waarom belonen naar CO2-reductie niet werkt
Om de ‘groene’ beloningssystemen van de vijftig bedrijven van het onderzoek te beoordelen, hebben de onderzoekers vier criteria gewogen: het aandeel van CO2-doelen in de totale bonussom, de meetbaarheid van het emissiedoel, de transparantie over het beloningssysteem in het jaarverslag, en of het beloonde doel bijdraagt aan het halen van het einddoel; zoals CO2-neutraal zijn in 2050.
De meerderheid van de grootste Europese bedrijven scoort op alle vier niet best. Om te beginnen vermeldt 71 procent van de veertien CO2-intensieve bedrijven expliciet in het jaarverslag hoeveel van de te vergeven bonussom afhangt van emissiedoelen. Voor 6 procent van hen is dat aandeel te laag voor duurzame investeerders, die gemiddeld een weging van 10 tot 20 procent voor klimaatdoelen willen zien.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat een ruime minderheid van de bedrijven niet concreet vermeldt hoe de timeline van de reductie eruit moet zien, bijvoorbeeld 15 procent reductie in 2025 en 35 procent in 2030. Dat laat veel ruimte voor interpretatie en ondermijnt het vertrouwen van groene investeerders. Bovendien legt slechts een tiende van de bedrijven uit hoe de kortetermijnprestaties precies leiden tot het einddoel, meestal net zero.
Op de doelen zelf valt ook nog wat aan te merken. Zo meld een ander rapport over de status van CO2-intensieve bedrijven dat slechts 9 procent van hen op dit moment voldoende doet om de CO2-uitstoot in lijn te brengen met de klimaatdoelen van Parijs. Het is dus de vraag of het überhaupt eerlijk is om die (onderdoende) prestaties te belonen.
Beloon alleen relevante prestaties
CO2-gelinkt belonen is op dit moment dus niet effectief. Dat komt mogelijk doordat het nog in de kinderschoenen staat, maar dat is geen excuus. Daarom is het zaak dat bedrijven een logische match gaan vinden tussen hun 'impact hotspots' en de manier waarop ze belonen. Anders ‘halen bedrijven het doel, maar missen ze het punt’, zegt Alex Edmans, professor of finance bij de London Business School.
Volgens Edmans delen veel bedrijven bonussen uit aan de hand van duurzame doelen die voor hen helemaal niet zo relevant zijn. Op dit moment is de trend bijvoorbeeld om CO2-reducties te belonen, maar een bedrijf in de chemie is misschien veel meer gebaat bij een prestatiesysteem dat watervervuiling beloont. En een voedingsproducent zou de grondkwaliteit op één kunnen zetten. Zo’n mismatch is niet alleen een klimaatgemis, het heeft ook een financieel risico. Edmans: “Alleen het belonen van ESG-dimensies die relevant zijn voor dat bedrijf, lonen”.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in