De belangstelling voor groene en duurzame beleggingen neemt toe. Zo schreef het FD dat er tussen januari en oktober vorig jaar 151 miljard euro richting duurzame fondsen vloeide; bijna 80 procent meer dan dezelfde periode het jaar ervoor. De interesse van beleggers in groene fondsen leidt ertoe dat de deze als paddenstoelen uit de grond schieten. Dit werkt 'greenwashing' in de hand, want hoe groen zijn die fondsen eigenlijk? Die vraag bleef tot nu toe onbeantwoord, omdat fondsbeheerders niet verplicht waren daar transparant over te zijn. De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) moet daar verandering inbrengen.
Greenwashing tegengaan
“De SFDR verplicht financiële marktdeelnemers om transparant te zijn over hoe zij duurzaamheid meenemen in hun beleggingsbeleid. Dan gaat het over zowel de impact op duurzaamheid als het meenemen van risico’s ten aanzien van duurzaamheid”, legt Raoul Köhler, senior beleidsadviseur bij de autoriteit financiële markten (AFM) uit.
Zo lopen financiële instellingen bijvoorbeeld risico’s als zij investeren in autobedrijven die voornamelijk inzetten op fossiel-aangedreven voertuigen. Als landen (zoals Noorwegen) wetgeving instellen die alleen elektrische auto’s toelaat of oliebedrijven niet langer nieuwe olievelden mogen aanboren, dan heeft dat effect op de (fossiele) auto-industrie. Hoe een financiële instelling deze risico’s meeneemt in het beleid, is daarmee de ene kant van het verhaal. De andere kant gaat over de impact van het beleggingsbeleid van een financiële instelling op de wereld. Als een vermogensbeheerder veel in steenkool belegt, dan draagt deze instelling bijvoorbeeld bij aan de opwarming van de aarde.
Köhler benadrukt dat deze wetgeving de sector niet verplicht om te verduurzamen. “De wetgeving schrijft niet voor dat je tot een bepaalde hoogte duurzaam moet zijn.” Het gaat vooral om transparantie, zodat beleggers op basis van goede informatie keuzes kunnen maken en financiële partijen geen fondsen en beleggingsdiensten als duurzaam in de markt zetten die dat eigenlijk niet zijn. “Het idee ervan is natuurlijk dat partijen met de billen bloot moeten. Dus dat greenwashing wordt tegengegaan.” De AFM gaat marktpartijen controleren op de naleving van de SFDR.
Lichtgroen en donkergroen
Volgens Köhler is de SFDR een zeer impactvolle verordening. “Vrijwel alle partijen die zich als financiële marktpartij op de financiële markten begeven moeten hier iets mee.” Financiële instellingen moeten namelijk ook aangeven welke fondsen niet duurzaam zijn. “Dus je moet er sowieso iets mee, zelfs als je niet actief duurzame producten aanbiedt. Dat alleen al maakt het enorm invloedrijk.”
Het gaat onder meer om de vraag: is een fonds of beleggingsdienst, zoals vermogensbeheer en advies, gelabeld als duurzaam of niet. Is het antwoord ja, dan moet de instelling aangeven waarom het fonds duurzaam is. Dat kan enerzijds zijn, omdat zij duurzaamheidsrisico’s meenemen in hun beleggingsbeslissingen. Noem het lichtgroene beleggingen: beleggingen waarbij is nagedacht over de risico’s van klimaatverandering op de investeringen. Anderzijds zijn er fondsen die aangeven een positieve invloed te hebben op de wereld, bijvoorbeeld door actief te beleggen in bosbouwprojecten die CO2 uit de lucht halen. Zelfs als een dienstverlener geen groene producten aanbiedt, moet deze transparant zijn over duurzaamheidsfactoren. Zo moeten grote partijen verplicht rapporteren over hun negatieve impact op duurzaamheid.
De SFDR als onderdeel van een breder actieplan
De SFDR maakt onderdeel uit van een breed Europees actieplan om de financiële sector te vergroenen. Een ander onderdeel vormt het classificatiesysteem waar de Europese Commissie nu de laatste hand aanlegt.
“Die taxonomie werkt natuurlijk weer door op de SFDR, want die taxonomie schrijft voor wanneer een economische activiteit als groen zou kunnen worden aangemerkt. Die zal niet direct zaligmakend zijn, maar zal zeker grote stappen in de goede richting opleveren.”
De taxonomie helpt beleggers om duurzame investeringen te identificeren. Het classificatiesysteem geeft van een lijst van economische activiteiten binnen verschillende sectoren aan wanneer zij bijdragen aan het halen van bepaalde milieudoelstellingen. In de taxonomie worden drempelwaarden gehanteerd. Zit je boven die drempelwaarde dan mag je zeggen dat het “groen” is, zit je eronder, dan niet. De taxonomie biedt een gemeenschappelijke taal die het makkelijker maakt om te bepalen wat duurzaam is of niet. Daarmee hoopt de Europese Unie duurzame investeringen te stimuleren.
Lees ook: Duurzaamheidsmeetmethode die ten grondslag ligt aan de Green Deal "niet groen genoeg"
Kip-ei-verhaal
Niet iedereen is blij met de komst van de SFDR in maart. Zo heeft de lobbygroep voor Europese vermogensbeheerders, de European Fund and Asset Management Association, er bezwaar tegen dat de SFDR nu al in werking treedt. Zij vinden dat de volgorde andersom moest zijn: eerst de bedrijven verplichten, dan pas de financiële spelers.
Ook Köhler vindt dat geen gekke gedachte. “De eerste schakel zijn toch echt de ondernemingen zelf, die aandelen of obligaties uitgeven. En zolang die niet duidelijk op een gestandaardiseerde manier rapporteren over hun duurzaamheidsimpact en duurzaamheidsrisico’s, is het natuurlijk moeilijk voor financiële marktdeelnemers om op een goede manier transparant te kunnen zijn. Het is een enorme uitdaging, dat herkennen wij zeker.”
Tegelijkertijd vindt hij dat partijen niet op elkaar moeten wachten. Daarom snapt hij dat de Europese Commissie doorzet. Bovendien zullen financiële instellingen voldoende tijd krijgen zich aan te passen aan de nieuwe regels. Köhler refereert aan een eerdere uitspraak van de voorzitter van de AFM. “We gaan niet gelijk de hakbijl hanteren in ons toezicht, maar we zullen natuurlijk met de loop der tijd strenger worden wanneer voor iedereen duidelijk is waaraan voldaan moet worden. Maar of we streng moeten zijn of niet, hangt natuurlijk ook af van hoe goed de markt omgaat met de regelgeving.”
Klaar voor 10 maart
ABP, Nederlands grootste pensioenfonds, en BNP Paribas Asset Management, de vermogensbeheerafdeling van één van Europa’s grootste banken, reageren schriftelijk dat zij voorbereid zijn op 10 maart. Zo analyseerde ABP samen met APG, de partij die het beleggingsbeleid voor ABP uitvoert, in hoeverre al wordt voldaan aan de wettelijke vereisten en bracht het in kaart welke maatregelen nog nodig waren. De pensioenregeling van ABP valt onder artikel 8 van de SFDR: dat betekent dat het duurzaamheidskenmerken bevat. Bijvoorbeeld dat bepaalde sectoren worden uitgesloten, zoals de tabaksindustrie. BNP Paribas Asset Management heeft daarnaast ook producten die onder de donkergroene variant vallen (artikel 9). Dat zijn producten waarmee zij een positieve bijdrage aan de wereld nastreven, bijvoorbeeld een fonds dat zich specifiek richt op de energietransitie. Om zich voor te bereiden op 10 maart, organiseerde de vermogensbeheerder onder andere trainingen voor medewerkers. Ook de informatiematerialen voor klanten liggen al klaar.
Een groenere financiële sector
De financiële sector verduurzamen is niet het directe doel van de SFDR, maar misschien versnelt het de verduurzaming van de sector wel indirect. Zo zou de vrees voor reputatie-risico’s ervoor kunnen zorgen dat financiële instellingen andere keuzes gaan maken. Wel is duidelijk dat de SFDR een belangrijke eerste stap is. Transparantie maakt verandering mogelijk. Köhler beaamt dat het nu nagenoeg onmogelijk is om te bepalen hoe groen de financiële sector is. “En dat is juist waar men nu transparanter over moet zijn. Dus het inzicht in hoe groen de sector is, hopen we te gaan krijgen dankzij de SFDR.”
Lees meer over (het tegengaan van) greenwashing:
- Europese Commissie: bedrijven doen op grote schaal aan greenwashing
- Leidraad ACM om greenwashing tegen te gaan is veelbelovend, maar voor verbetering vatbaar
- Greenwashing verleden tijd door baanbrekend nieuw Europees instrument?
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in