Directeur Maarten de Jong van Oneplanetcrowd en medeoprichter Peter Stolze van Lendahand zijn crowdfunders van het eerste uur. Zij maakten van dichtbij mee hoe direct investeren in ondernemers en projecten aan populariteit won. Met Europese wet- en regelgeving wordt de markt nu volwassen. Oneplanetcrowd en Lendahand zijn op dit moment twee van de drie enige partijen met een Europese Crowdfunding Service Provider-vergunning (ECSP).
Crowdfunding is populairder dan ooit. Hoe verklaren jullie die interesse?
Stolze: “We hebben de afgelopen jaren de wind behoorlijk in de zeilen gehad door de lage spaarrente. Voor de duidelijkheid: je mag dit op geen enkele manier vergelijken met de percentages die je bij een crowdfundingplatform krijgt, want we zijn beleggingsondernemingen. In onze uitingen mogen we nooit zeggen: ‘Je krijgt geen rente op je spaargeld dus je kunt beter gaan crowdfunden.’ Zo werkt het niet. Maar als mensen geen rendement meer krijgen op hun spaargeld - of zelfs een beetje bij moeten betalen - dan gaan ze naar alternatieven kijken. Eén van die alternatieven is beleggen en zo komen mensen dan toch bij crowdfunding terecht.”
De Jong: “Ik denk dat mensen de directheid van het model charmant vinden. Waar je normaal vaak belegt in een fonds of een grote beursgenoteerde onderneming waarvan je niet precies weet wat er met het geld gebeurt, kies je bij crowdfunding heel duidelijk een project of onderneming uit omdat je het gaaf vindt en erin gelooft. Je vertrouwt een bedrijf jouw geld toe en krijgt er financieel rendement voor terug. Vervolgens houdt die onderneming je ook periodiek op de hoogte van hoe het gaat. Dus je krijgt een heel duidelijke verbinding tussen de investeerder en de partij die het geld gaat gebruiken.”
Stolze: “Zeker. En voor ons speelt er nog iets anders. In de landen waarin Lendahand actief is, komen mkb’ers over het algemeen moeilijk aan een lening of krediet bij de bank. Ze gaan naar alternatieven kijken en komen dan vaak bij crowdfunding uit. En de technologie maakt het ook mogelijk om de financieringsaanvragen uit die landen te presenteren aan geïnteresseerde investeerders in Europa.”
De Jong: “Die directheid - dus dat jij jouw geld direct verstrekt aan de partij die dat gebruikt - past denk ik ook een beetje in de do it yourself economie. Vroeger ging je naar een reisbureau om je reis te laten boeken. Tegenwoordig boek je alle losse onderdelen liever zelf, omdat je zelf wel weet hoe je dat wil. Ik denk dat crowdfunding daar ook een voorbeeld van is: ‘Ik bepaal zelf wel hoe ik mijn geld beleg en waar ik het wel of niet in stop. Dat hoeft de bank of het fonds niet voor mij te bepalen.’ En ik denk dat het mensen ook wel inspireert dat je - zowel bij Lendahand als bij Oneplanetcrowd - naast een financieel rendement ook een maatschappelijk of duurzaam rendement maakt door te investeren in een ondernemer die het verschil maakt en de wereld net een beetje groener of socialer maakt.”
Concurreren jullie met conventionele partijen, zoals banken?
Stolze: “Wij niet. Oneplanetcrowd misschien?”
De Jong: “Als het gaat om energieprojecten dan werken we echt samen. Gemeenten en provincies zeggen bij de verstrekking van vergunningen voor bijvoorbeeld zonneparken en windparken dat ze willen dat een bepaald deel van het financieel rendement wordt aangeboden aan omwonenden. Op die manier krijgen burgers een rol in de energietransitie. De banken financieren 70 tot 90 procent en wij vullen dat aan voor de projectontwikkelaars en energiecoöperaties. Wij bieden dus aanvullende financiering aan burgers via crowdfunding. De bank krijgt natuurlijk het eerste recht van zekerheid. De crowd komt daarna. Maar de crowd krijgt daarvoor ook een flink hoger rendement dan de bank.
Soms concurreren we wel met venture capital partijen. Bij VanMoof bijvoorbeeld. Daar hebben wij in twee rondes 10 miljoen euro voor opgehaald. Een deal die een venture capitalist graag had gedaan maar wij voor particuliere beleggers mogelijk hebben gemaakt. Daarmee hebben we het geld eigenlijk ‘gedemocratiseerd’. Dat kon eerder niet.”
"Wij stellen individuele investeerders in staat om hele dorpen in Afrika van zonnepanelen te voorzien"
Peter Stolze
Is crowdfunding dé manier om burgers te betrekken bij de energietransitie?
De Jong: "Ja, ik geloof dat wel. De duurzame energieopwekking gebeurt in Nederland bij mensen in ‘hun achtertuin’. Veel mensen hebben dat natuurlijk liever niet. Met crowd-financiering krijgt de burger de mogelijkheid om mee te doen aan dat soort projecten en daar ook echt financieel van te profiteren. Daarmee groeit het draagvlak van zo’n project.”
Stolze: “Die vlieger gaat ook zeker op voor Lendahand. Wij bieden enerzijds projecten aan die nieuwe banen creëren en anderzijds bieden we duurzame energieprojecten aan. Met name in Afrika. Wij stellen individuele investeerders in staat om hele dorpen in Afrika van zonnepanelen te voorzien. Daar waar ze normaal gesproken met kerosine de huizen verlichten en hun eten maken. Kerosine is echt ongelooflijke troep. In allerlei rapporten wordt het verband aangetoond tussen kerosine en ziektecijfers.
In Engeland hebben wij een platform dat Energise Africa heet en die doet niets anders dan energieprojecten in Afrika aanbieden. We geloven er heel sterk in dat juist particuliere investeerders met crowdfunding rechtstreeks kunnen bijdragen aan de energietransitie in Afrika. Zonder samen te werken met overheden. En het is helemaal niet erg dat mensen daar ook nog een klein beetje rente op krijgen. Dat is alleen maar mooi.”
Hadden jullie verwacht dat crowdfunding zo groot zou worden als het nu is?
Stolze: “De groei van de markt hadden we wel zien aankomen. Daar zijn de afgelopen tien jaar veel marktonderzoeken over verschenen. Maar toen wij in 2013 begonnen met ons platform haalden we aanvankelijk 2.500 euro per maand op voor projecten. We waren druk met allerlei businessmodelletjes om te berekenen hoeveel we in vredesnaam moesten gaan draaien om ooit winstgevend te worden. Daar kwamen volumes uit van 30, 40, 50 miljoen per jaar. Wij zagen toen even niet hoe we van 30.000 euro per jaar naar 30 miljoen euro per jaar zouden moeten gaan.”
Lees ook: Kieszon haalt 8 miljoen euro op met crowdfunding
Maar dat is wel gelukt dus?
Stolze: “Ja, we zitten nu in totaal wel rond die 30 miljoen op jaarbasis. Het heeft overigens wel echt langer geduurd dan wij hadden verwacht. Maar daar speelt wet- een regelgeving een grote rol. Het is ongelooflijk belangrijk, maar ik heb het ook weleens de grootste bedreiging genoemd voor de groei van ons platform. In 2016 hebben wij de MIFID II vergunning aangevraagd. (Deze stelt onder andere eisen aan betalingsverkeer red.). Wij zijn twee jaar lang 30 procent van onze tijd kwijt geweest om dat helemaal goed in te richten. Dat is allemaal tijd die je niet in de groei van de start-up kunt steken. Dat tijdverlies kun je je eigenlijk helemaal niet permitteren. Dus dat waren best wel spannende jaren.”
De Jong: “Precies. Dan moet je echt investeren in de toekomst en dat kost veel capaciteit en dus ook geld. Tegelijkertijd is het wel zo dat de stap naar de Europese vergunning, dankzij de eerdere MIFID-vergunning, voor zowel Lendahand en Oneplanetcrowd nu relatief makkelijk was. Daarom hebben we hem ook allebei al binnen. Ik denk dat het ons ook gaat helpen, want ik verwacht dat er heel wat platformen zijn die de vergunning waarschijnlijk niet halen. Er zijn ook al platforms gestopt vanwege die vergunning. Deze vergunning luidt dan ook wel een nieuw tijdperk in. Dit is het moment waarop het kaf van het koren wordt gescheiden en crowdfunding in Europa grensoverschrijdend zal worden. Belangrijk en goed voor de ontwikkeling van de sector.”
Welke crowdfundingplatforms hebben een vergunning?
Volgens Stolze staan er vijftig crowdfundingplatforms geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Daarvan zijn er ongeveer dertig actief. Van die dertig hebben er vijf een MIFID II vergunning en vijfentwintig een ontheffing. Van de dertig actieve crowdfundingplatforms schat Stolze dat de helft een ECSP-vergunning heeft aangevraagd bij AFM. Oneplanetcrowd en Lendahand zijn tot nu toe de enige in Nederland die deze ook daadwerkelijk hebben ontvangen.
Wat gaat er nu weleens mis waar regelgeving bij kan helpen?
De Jong: “Het is bijvoorbeeld heel belangrijk dat de operatie van het platform gescheiden is van derdengeldenbeheer. Een crowdfundingplatform haalt geld op van de crowd, zet dat door naar een ondernemer en daarna gaat dat geld van de ondernemer weer terug naar de investeerders. Dat proces moet volledig gescheiden zijn van de operatie en de exploitatie van het crowdfundingplatform zelf.
Stel dat een crowdfundingplatform het niet overleeft, dan wil je dat de portefeuille van de crowd niet in gevaar is. Sterker nog, je wil ook dat op die portefeuille toekomstige inkomsten zitten zodat een andere partij die kan overnemen. Daarom vragen veel partijen een beheervergoeding aan investeerders over het uitstaande geld. Mocht een platform omvallen dan kan een andere partij het beheer van die portefeuille relatief makkelijk overnemen. In de markt zag je dat die twee stromen niet altijd even goed gescheiden waren en soms zelfs verweven waren met elkaar. Dat is gevaarlijk omdat een curator bij een faillissement dan mogelijk de opgehaalde gelden en toekomstige betalingen van de crowd kan vorderen. Dat wil je natuurlijk te allen tijde voorkomen.”
Zijn er nog andere voordelen van meer (Europese) regelgeving?
Stolze: “Die vergunning zorgt na tien jaar eindelijk voor een gelijk concurrentieveld. Het zijn er misschien niet veel, maar je hebt altijd wel een paar cowboys in de markt. Dan heb je ook nog partijen met een ontheffing die zich bijvoorbeeld niet aan know your customer- of antiwitwas- en antiterrorismeregels hoeven te houden. Nu wordt het over de hele breedte gelijkgetrokken en worden partijen langs dezelfde lat gelegd. Daardoor wordt het voor investeerders makkelijker om partijen te vergelijken.”
"We kunnen nu echt Europa in"
Maarten de Jong
De Jong: “En het gebeurt niet op nationaal, maar op Europees niveau. Daardoor kun je als platform in heel Europa actief worden. Je houdt wel de taalbarrière dus je moet meestal wel in de lokale taal je proposities aanbieden, maar doordat we allemaal aan dezelfde regels moeten voldoen kunnen we opeens de hele Europese markt bedienen. We kunnen nu echt Europa in.”
Waarom willen jullie zo graag Europa in? Is Nederland te klein?
De Jong: “Te klein? Dat weet ik niet. Maar de Nederlandse markt is natuurlijk niet groot. En wij geloven erin dat het voor Nederlanders interessant is om bijvoorbeeld te investeren in een Frans of Spaans zonnepark en dat het voor een Italiaanse investeerder interessant kan zijn om via ons platform in een Nederlandse scale-up met Europese ambities te investeren.
Wij hebben bijvoorbeeld in het verleden scale-ups als VanMoof en Fairphone alleen met de Nederlandse markt gefinancierd, terwijl dat scale-ups zijn met een internationale uitstraling. Daar zijn niet alleen Nederlanders in geïnteresseerd maar alle Europeanen. Daarom zouden we dat soort proposities breder in de markt willen zetten. Dat is in het belang van beleggers in Europa, maar ook in het belang van die scale-ups zelf. Die bedrijven vinden het natuurlijk mooi om een internationale financieringscampagne te doen en daarmee internationaal een community op te bouwen.”
Stolze: “En ik denk dat je wel kunt zeggen dat crowdfundingplatformen over het algemeen een lagere marge hebben dan andere sectoren. Bij Lendahand hebben we het echt over een laagmargemodel. Dus dan moet je hele grote volumes draaien om onder aan de streep iets over te houden. Daarvoor is Nederland inderdaad te klein. We hebben 17 miljoen mensen, maar daarvan is misschien 10 procent actief bezig met beleggen, al dan niet via crowdfunding. Dan is die pool gewoon niet groot genoeg.”
Wat verwachten jullie in de toekomst?
Stolze: “Ten eerste verwacht ik een toenemende behoefte bij beleggers aan impact investeringen. Dat kan groen of het creëren van werkgelegenheid zijn, maar mensen willen in ieder geval dat er iets goeds met hun geld gebeurt en daar een beetje rendement op ontvangen. En het tweede is dat wet- en regelgeving een nog dominantere plek krijgt.”
De Jong: “Nu deze nieuwe regelgeving er is, verwacht ik dat de concurrentie meer op Europees niveau dan op landelijk niveau gaat plaatsvinden. We denken dat er bijvoorbeeld ook Amerikaanse crowdfundingpartijen op de Europese markt actief worden nu er één regelgevend kader is voor de Europese markt. Tegelijkertijd zullen door de toegenomen regeldruk veel kleinere platforms het niet halen of gaan samenwerken met grotere platforms.”
Lees ook: 5 keer duurzaam crowdfundingsucces
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in