In 2023 is er tot nu toe een totaalbedrag van 717 miljard dollar aan duurzame financiële producten uitgegeven. Daarbij moet gedacht worden aan groene en sociale obligaties, en duurzaamheidsleningen. Hoewel de cijfers nog achterlopen ten opzichte van de eerste helft van vorig jaar, zijn ze wel al hoger dan die van de tweede helft van 2022. De onderzoekers van ING zien het daarom als mogelijkheid dat 2023 een beter jaar kan worden dan 2022 als het gaat om de uitgifte van duurzame financiële middelen.
Sterke wetgeving in Europa
Vooral in Europa, het Midden-Oosten en Afrika laat duurzame finance gezonde tekenen zien. De uitgifte van duurzame financiële middelen is in die gebieden terug naar de hoogte van begin 2022 en eind 2021. In Europa is dit vooral te danken aan sterke regulering van beleidsinstellingen, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Europese duurzaamheidstaxonomie en de Green Bond Standard. Deze wetgeving verplicht bedrijven om transparanter te zijn over hun ESG-doelstellingen en de invloed die ze hebben op mens en milieu. Investeerders zijn in toenemende mate op zoek naar bedrijven die een duidelijke langetermijnstrategie op het gebied van klimaat, sociale vraagstukken en governance.
Anti-ESG in de VS
In Amerika gaat het iets minder goed. Daar is de uitgifte met 21 procent gedaald ten opzichte van de tweede helft van vorig jaar. Een reden daarvoor kan zijn dat anti-ESG-investeringswetten aan populariteit winnen in de Verenigde Staten, al is het daar niet volledig aan op te hangen. In meer dan 30 van de 50 staten is zulke wetgeving voorgesteld of zelfs aangenomen.
Groene obligatie in trek
De onderzoekers van ING stellen dat de positieve ontwikkelingen in duurzame finance vooral toe te schrijven zijn aan het enthousiasme van beleggers voor groene obligaties. De uitgifte hiervan verbreekt in het eerste deel van dit jaar de records die zijn gezet in de tweede helft van het topjaar 2021. Daarentegen blijkt dat duurzaamheidsleningen, de zogeheten Sustainability-Linked Loans, het een stuk minder goed doen dit jaar.
Wat is het verschil tussen een groene obligatie en een duurzaamheidslening?
Bij een duurzaamheidslening, een Sustainability-Linked Loan, wordt geld verstrekt aan een bedrijf met daarbij een specifiek gedefinieerde duurzaamheidsdoelen, ook wel Sustainability Performance Targets (SPT’s) genoemd. Het geld mag door het bedrijf in theorie vrij worden uitgegeven, als de uitgaven maar positief bijdragen aan de gestelde SPT’s.
Bij een groene obligatie leen je als investeerder geld aan een overheid of bedrijf; ook met als doel om duurzame verandering teweeg te brengen, maar dan voor een specifiek project. Als bedrijf of overheid mag je het geld dan niet vrij uitgeven, maar alleen binnen het vooraf afgesproken project. Dit kan bijvoorbeeld een windmolenpark zijn, of het verduurzamen van een bepaalde wijk.
Vooral overheden
Opvallend is dat de uitgifte van duurzame finance bijna uitsluitend bij overheden vandaan komt. Alle andere sectoren die ING heeft onderzocht – behalve de technologische sector en de gezondheidszorg – lieten dalingen ten opzichte van de tweede helft van 2022 zien. Over het algemeen wordt geloofd dat naast overheidsgeld, juist ook privaat kapitaal benodigd is om de energietransitie te versnellen, al helemaal in opkomende economieën.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in