Het bij elkaar sprokkelen van nationale klimaatfinanciering verloopt al sinds jaar en dag moeizaam. In 2021 spraken VN-landen af om 100 miljard dollar per jaar beschikbaar te stellen voor het tegengaan van klimaatschade in ontwikkelingslanden. Volgens schattingen is die doelstelling pas vorig jaar gehaald, terwijl er eigenlijk veel meer geld nodig is. In 2022 spraken de lidstaten af om een specifiek ‘loss and damages fund’ op te richten met hetzelfde doel. Maar voor dat fonds werden pas een jaar later, tijdens de Dubai-COP in 2023, bedragen toegezegd. Of die bedragen inmiddels daadwerkelijk zijn overgeboekt, is niet bekend.
Fonds met oliegeld
Komende november vindt de volgende klimaattop (COP29) plaats in Azerbeidzjan. En ook daar zal hoogstwaarschijnlijk het onderwerp klimaatfinanciering hoog op de agenda staan. In aanloop naar COP29 is Azerbeidzjan naar verluidt bezig geweest met het uitwerken van een speciale heffing voor olieproducerende bedrijven. Fossiele bedrijven zouden met het voorstel verplicht een specifiek percentage van hun omzet moeten afstaan aan klimaatgerichte investeringsfondsen. Volgens Reuters heeft dit voorstel het uiteindelijk niet gehaald omdat andere lidstaten tegenstribbelden.
Wel heeft Azerbeidzjan inmiddels een vrijblijvender initiatief aangekondigd. Namelijk: het ‘climate investment fund for future’. Dit is een fonds waar uiteindelijk zo’n 460 miljoen euro in moet vloeien, waarvan een gedeelte afkomstig is van olieproducenten. Initieel gaat het om het bedrijf Socar, een Azerbeidzjaanse oliegigant. Maar het doel is om ook andere fossiele producenten aan te haken. Die kunnen ervoor kiezen om willekeurige bedragen in het fonds te storten, of alsnog een bepaald percentage van hun omzet.
Schatkist
Azerbeidzjan is als ‘host’ van de volgende klimaattop niet uitgesloten van kritiek. Het land is namelijk, net als de Verenigde Arabische Emiraten (de vorige gastheer), een oliestaat. Er wordt door sommige partijen getwijfeld of je met zo’n rol wel een geloofwaardige kandidaat bent om vergaand beleid op te stellen tegen klimaatverandering. De schatkist van Azerbeidzjan wordt immers voor een groot deel gevuld met inkomsten uit fossiele energiebronnen. Dat beeld werd versterkt toen president Ilham Aliyev de nationale olie- en gasreserves omschreef als een godsgeschenk waar nog jaren gebruik van gemaakt zal moeten worden.
Brug slaan
Toch kan de geschiedenis als oliestaat ook voordelen opleveren bij een COP. Het kan bijvoorbeeld leiden tot betere dialogen met tegenstribbelende lidstaten, waardoor er ambitieuzere deals op tafel komen. Na de vorige klimaattop zei Piet Sprengers, duurzaamheidsexpert bij ASN Bank, daarover tegen Change Inc.: “Je moet hopen dat zo’n land (de Verenigde Arabische Emiraten, red.) een brug kan slaan naar de grootste dwarsliggers, Saudi-Arabië bijvoorbeeld. Uiteindelijk is dat misschien ook wel gebeurd.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in