Als fanatiek hobbyfotograaf reisde Jos Baeten circa acht jaar geleden af naar Antarctica. Daar kwam voor hem het besef: “Als wij niets doen, dan koersen we af op een grote ramp.” Het sterkte hem in het idee dat hij aan de slag moest met duurzaamheid. Als CEO van verzekeraar a.s.r. kan hij impact maken, maar niet als het alleen “het speeltje van de baas” is, want dat werkt niet.
Wat werkt wel?
“Het werkt pas als het onderdeel is van de strategie én als het breed gedragen is. Ik kan het wel roepen, maar als iedereen denkt: daar heb je hem weer, dan werkt het niet. Ik geloof heel erg in wat ik guerrilla noem: er is een aantal mensen dat het ziet, het gelooft en meegaat en dat is een olievlek die steeds groter wordt.
In een bedrijf moet je zeker dingen die nog niet vanzelf gaan, levend houden. Een aantal jaren geleden hebben wij daarom een klein groepje gemaakt: de MVO-taskforce, met collega’s die meewerkten om MVO verder vorm te geven en te vertalen binnen de organisatie. Ik zie het altijd als tuinieren: Als ik aan het gras trek gaat het niet harder groeien, maar als ik het af en toe water geef en wat voedingsstoffen dan blijft het wel groeien. En dat is ook wat ik in het bedrijf probeer. Op een gegeven moment hoef je geen water meer te geven, want dan zitten de wortels zo diep dat het vanzelf blijft groeien.
Zo is het hier gegaan. Drie à vier jaar geleden moest ik nog vaak uitleggen waarom duurzaamheid überhaupt belangrijk was. Nu hoef ik het niet meer uit te leggen, nu beginnen mensen zelf vragen te stellen: Waarom doen we dat niet op een ander manier, want dit is toch niet duurzaam? Dan ben je waar je wilt zijn, namelijk: dat het in het DNA van het bedrijf gaat zitten. Zelfs de grootste sceptici in dit bedrijf, die een paar jaar geleden alles nog vooral vanuit de cijfers benaderden, zeggen: ‘We moeten er echt iets mee.’ Dat vind ik eigenlijk het grootste succes. Ik hoef niet meer uit te leggen dat het een thema is waarin we als bedrijf leiderschap moeten tonen."
Lees ook: Werknemers op de fiets: “De winst drukt zich niet alleen uit in cijfertjes”
Hoe krijg je die mentaliteitsverandering voor elkaar?
“Als de leiding van een bedrijf daarin niet de stimulator en de voorbeeldgever is, dan gaat het niet werken. Het is net als het nieuwe werken dat we hier geïmplementeerd hebben: tijd- en plaats onafhankelijk werken. Ik ben zelf als eerste uit mijn kamer gegaan en daarna kon niemand meer zeggen dat hij nog een eigen kamer nodig had.
Ik geloof erg in kleine stapjes. De implementatie van duurzaamheid is een Processie van Echternach: drie stapjes vooruit, twee achteruit, maar per saldo ben je wel vooruitgekomen. Dus het is ook volharden en iedere keer kleine dingen doen. Mensen erbij betrekken.
Wij hebben op een gegeven moment bijvoorbeeld aan mensen gevraagd: Wat zie jij in het gebouw wat nog duurzamer kan? En dan kun je zeggen dat is symboolpolitiek, maar duurzaamheid integreren is een combinatie van kleine dingen, symboolpolitiek, om het bij mensen tussen de oren te krijgen en soms een bold move maken.”
Wat ziet u als een bold move die a.s.r. heeft gezet?
“Eén van de bold moves die wij hebben gemaakt, is met het pand. Ons adagium is helpen door te doen. Ik vind dit pand wel echt een icoon van dat beleid. Bijna tien jaar geleden hebben wij gezegd: Wij willen een CO2-neutraal pand. Toen werden we door iedereen uitgelachen. Nu is het nog één van de twintig grootste kantoorpanden van Nederland en eind van dit kwartaal is het wel volledig CO2-neutraal. Wij hadden als doelstelling 2020 en we halen het nu in 2019, dus daar ben ik echt trots op.
'Als we hier 100 kuub gas verstookten dan ging er 95 kuub naar de vogeltjes'
Dit pand is ontworpen in de jaren zestig en gebouwd in 1974. Het was een betonnen kolos. Als we hier 100 kuub gas verstookten dan ging er 95 kuub naar de vogeltjes die zich daaraan konden warmen. In 2009 hadden wij de discussie: Wat gaan wij met dit pand doen? Toen hebben we naar allerlei scenario’s gekeken. Eén van die scenario’s was: We verlaten het en gaan naar een mooi nieuw kantoor. Dan hadden we 84.000 vierkante meter toegevoegd aan de leegstand in Nederland, of het was langzaam verpauperd. We hebben toen heel bewust gekozen: Dat willen we niet. Dus toen hebben we een plan gemaakt: We gaan het duurzaam renoveren.
Ik kan er een paar procentpunten naast zitten, maar 94 of 95 procent van het afval uit het pand is hetzij hergebruikt in dit pand, hetzij buiten het pand. Zo is er een aantal fietspaden hier in de buurt van Utrecht dat is gemaakt van betonnen platen die zijn vermalen. Dus wij hebben heel bewust gekozen: Wij willen laten zien dat een oud pand duurzaam gerenoveerd kan worden en omgetoverd kan worden tot een mooi modern pand.”
Wat voor invloed hebben de gesprekken over het klimaatakkoord op a.s.r.?
“Wij gaan gewoon door met wat we doen. Wij hebben het klimaatakkoord niet nodig om in actie te komen. Wat ik jammer vind van het klimaatakkoord is dat het inmiddels wordt platgeslagen tot een discussie over: Betaal ik het als particulier of betaal ik het als bedrijf? Daar gaat het klimaatakkoord helemaal niet over.
Ik geloof erg in ‘de vervuiler betaalt’, zeker als eerste stap. Bedrijven die het milieu meer belasten zullen een grotere bijdrage moeten leveren dan bedrijven die het minder belasten, maar ik denk dat we een beetje weg moeten draaien van de discussie over de financiële gevolgen daarvan. In Nederland zijn we er heel goed in om gelijk een tegenstelling te creëren: betaalt het bedrijfsleven het of betaalt de particulier het? Nee, we zullen samen stappen moeten zetten en wij moeten als bedrijven de lead nemen.”
Hoe integreert a.s.r. duurzaamheid in de strategie?
“De korte samenvatting is: Op alles wat we doen zit een toets of het houdbaar is voor de lange termijn. En wij kijken bijvoorbeeld ook heel intensief naar onze leveranciers: Hoe dragen zij bij aan de duurzaamheidstransitie?
Als het gaat om onze beleggingen dan investeren we het geld van onze polishouders in bedrijven en in landen die bijdragen aan duurzaamheid. Wij hebben gezegd dat wij in 2021 voor 95 procent van onze beleggingsportefeuille van € 50 mrd de CO2-footprint willen kennen. Er is nog geen enkele verzekeraar die dat doet. Wij willen niet meer beleggen in industrieën die niet duurzaam zijn.
'Wij willen van alle landen waarin wij beleggen weten wat de CO2 footprint is'
Wij willen bijvoorbeeld van alle landen waarin wij beleggen weten wat de CO2 footprint is. Stuurt de regering van die landen op een verlaging van de CO2-footprint dan blijft a.s.r. erin beleggen, sturen ze er niet op, dan gaat a.s.r. er niet meer in beleggen.
Een extreem voorbeeld: Er zijn gebieden in de wereld waar nu nog hele vervuilende staalindustrie zit; die fabrieken staan in gebieden die het eerst onder water zullen komen als de zeespiegel stijgt. Dus als je heel negatief kijkt, dan heb je bedrijven die niet meer te financieren zijn; die eerst failliet gaan en dan onder water komen te staan. Dat is een extreem voorbeeld, maar dat is wel waar het naartoe gaat en waar wij wereldwijd als verzekeraars mee te maken hebben. Dus ik denk dat verzekeraars een leidende rol zouden kunnen nemen in de energietransitie, omdat wij gewend zijn aan het doorrekenen van lange termijnrisico’s. Wij weten nu al welke risico’s er op ons af gaan komen.”
Voor a.s.r. is dat misschien duidelijk, maar wordt die visie in de verzekeringswereld breed gedeeld?
“Steeds meer. Ik beschouw a.s.r. als een voorloper, maar we fietsen echt niet meer alleen in het peloton. Er zijn wereldwijd steeds meer verzekeraars en herverzekeraars mee bezig, zoals een bedrijf als Münchener Rück (red. Munich Re in het Engels). Dat is een van de grootste herverzekeraars ter wereld en die heeft enorm veel klimaatmodellen ontwikkeld.
En we hebben recent als hele industrie in het kader van het klimaatakkoord een convenant ondertekend dat wij als financiële instellingen een gerichte bijdrage zullen leveren aan die energietransitie. Wij kunnen een positieve impuls geven aan de transitie via onze beleggingen.
Als investeerders niet meer willen investeren in een bedrijf dat niet bijdraagt, dan krijgt dat bedrijf het steeds moeilijker om geld uit de markt aan te trekken. Als banken dat ook niet doen dan gaan we ook langs die weg bedrijven dwingen om na te denken over verduurzaming dus daar kunnen we een hele belangrijke rol als financiële sector vervullen en dat beginnen we ook steeds meer te doen.”
Is er een duidelijk kantelpunt aan te wijzen?
“18 januari vorig jaar; bij mij staat die dag in het geheugen. Op 18 januari vorig jaar hadden we de grootste weerschade in de laatste twintig jaar. Wij zien dat het aantal weergerelateerde schades toeneemt en de voorspelbaarheid afneemt. Dus het gebeurt vaker en het is heftiger. Als je heel somber bent dan zijn er gebieden in Nederland die je in de toekomst niet meer kunt verzekeren, omdat je zeker weet dat die mogelijk onder water komen te staan.
'Op 18 januari vorig jaar hadden we de grootste weerschade in de laatste twintig jaar'
Wij hebben binnen Het Verbond van Verzekeraars een studie gedaan naar de toename van klimaatschade als we niets doen met elkaar. Ik denk dat het nog een voorzichtige voorspelling is, maar dan zullen op termijn de kosten voor een gemiddeld huishouden om een verzekering af te sluiten tussen de 15 en 20 procent omhoog moeten. Dat zijn best forse verhogingen.
Wij hebben in het schadebedrijf een klimaatcomité ingesteld, waarin we nadenken over hoe we onze klanten tijdig kunnen waarschuwen, maatregelen kunnen nemen en duurzamer kunnen herstellen.”
Kunt u een voorbeeld geven van duurzaam herstel?
“Als ik het over duurzaam herstel heb, dan heb ik het ook over circulariteit, maar ook over nut en noodzaak. Ik zal een voorbeeld geven: een lekkende wasmachine. Als je historisch kijkt naar lekschade van een wasmachine waarbij de houten vloer is beschadigd, dan werd de hele vloer eruit gehakt en volledig vervangen. Nu werken wij samen met bedrijven die gaan zoeken naar die twee stukjes hout die lijken op die vloer, want eigenlijk is maar 10 procent van de vloer beschadigd. Dat is een vorm van duurzaam herstel: dat je niet alles wat niet kapot is ook vervangt.
Ik sluit niet uit dat wij straks producten gaan bieden waarbij wij zeggen: Als u kiest voor de duurzame vorm van verzekeren waarin we herstellen in plaats van vervangen, dan betaalt u € 100 en als u kiest voor de andere vorm dan betaalt u € 200. Of dat wij zeggen: Als u de vloer helemaal vervangt dan betaalt u € 500 eigen risico, maar als u hem duurzaam herstelt heeft u geen eigen risico. Dus we zoeken naar financiële prikkels en prijsinstrumenten om mensen te belonen.
Bijvoorbeeld bij auto’s sturen wij nu al volledig op duurzaam herstel. Maar ik denk dat we daar de komende jaren nog wel in kunnen door-ontwikkelen. Dus we zijn in beweging of, zoals ik ook weleens zeg: We hebben de goede afslag genomen. Er zit vaart in, maar we zijn er nog lang niet. En de vraag is of je er ooit bent, want je kunt wel ergens de lat leggen, maar op het moment dat je daar bent moet je de lat alweer hoger leggen. Dus het is ook wel het in beweging komen, in beweging zijn en in beweging blijven."
Lees meer over duurzaamheid in de financiële sector:
- Waarom beleggers kunnen én moeten bijdragen aan de transitie naar een duurzame economie
- Klimaatakkoord: de financiële sector wil wél
- De duurzame munt blijft rollen
Portretafbeelding: a.s.r. | Overige afbeeldingen: Adobe Stock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in