Loop je rond in een Albert Heijn of Kruidvat, dan is de kans groot dat je oog valt op kleurige kartonnen displays met daarin – nieuwe – producten van bijvoorbeeld Nutricia, Heineken of L’Oréal. De kans is nóg groter dat die blikvangers zijn gemaakt door het Roermonds familiebedrijf Holbox, fabrikant van kartonnen displays, en marktleider in Europa. Martijn Hol is de tweede generatie aan het roer van het bedrijf, dat zijn ouders startten in 1976. Sindsdien heeft Holbox grote stappen gezet als het gaat om duurzaamheid.
Bij karton denk ik niet meteen aan duurzaamheid…
“Al ons karton draagt het FSC keurmerk voor verantwoord bosbeheer. ‘Oude’ displays worden in de winkel ingezameld als oud papier en komen weer terug in de keten als grondstof. Dit kan tot wel 25 keer, daarna wordt er toiletpapier van gemaakt. Verder gebruiken we olifantsgras, waarvoor überhaupt geen boom is gekapt. Daarmee voldoen we ook aan de specifieke wensen van een klant als Milka: die wil alleen displays van graskarton afnemen – dat past bij de focus van de chocoladefabrikant die duurzame teelt en milieu centraal stelt.”
Jullie bedrijfsproces, is dat ook duurzaam?
“Jazeker. Ontwerp, productie en distributie gebeuren zo groen mogelijk. We ontwerpen onze displays zo compact en licht als het kan, ook om het aantal transportbewegingen te verminderen, we noemen dit ECOdesign. Verder zijn we een van de eerste bedrijven die werken met inkt op plantaardige basis. En al onze machines draaien op duurzaam opgewekte elektriciteit van Vattenfall, afkomstig van windparken uit Nederland.”
Hoe groot zijn jullie investeringen in duurzaamheid eigenlijk?
“In juni zijn we verhuisd naar een energieneutraal pand in Roermond (geschatte bouwkosten: 25 miljoen euro, red.). Op het dak zijn 3.000 zonnepanelen geplaatst om in onze energiebehoefte te voorzien. Het pand is volledig gebouwd met duurzame materialen. Ook onze wandbekledingen, vloerbedekkingen en tegels zijn 100 procent afbreekbaar. Verder komt er een nieuwe, enorme drukpers te staan die onze oude UV-drukpers vervangt.”
“Voorheen printten we met UV-inkt; die heeft de hoogste glanswaardes. Een van onze grootste klanten is cosmeticabedrijf L’Oreal. Voor hen geldt: hoe meer gloss, hoe beter. Maar net als veel andere klanten, richt L’Oréal zich steeds meer op duurzaamheid. Mede daarom werken we met lak op waterbasis. Die moet in meerdere druklagen worden opgebouwd om tot dezelfde glanswaardes als UV-lak te komen. Daarvoor lieten we een speciale drukpers bouwen, één die nog niet bestond. Die pers alleen al kostte zo’n 5,5 miljoen euro. Het gaat dus om serieuze investeringen. Maar duurzaamheid verdient zich altijd terug.”
Wordt jullie stroomverbruik ook lager?
“De nieuwe drukpers verbruikt sowieso de helft minder stroom dan de oude. Dat is goed, want we hebben op sommige momenten van de dag te maken met te weinig capaciteit op het elektriciteitsnet. We zijn daarom samen met Vattenfall gaan kijken hoe we kunnen blijven functioneren met minder elektriciteitsverbruik. Met 25 kleine meetstations in ons gebouw zien we nu precies waar de grote stroomverbruikers staan, en welke machines we gefaseerd moeten aanzetten om onder de piekbelasting te blijven. Niet voor niets scoren we ‘excellent’ in onze BREEAM-certificering. Met andere woorden: we maken in ons pand superslim gebruik van de beschikbare energie.”
“Verder zijn we de mogelijkheid aan het bekijken om zonne-energie op te slaan in batterijen. Vattenfall is een belangrijke sparringpartner daarin. Een soort joint-venture-constructie met de energieleverancier behoort tot de opties.”
Wat zijn de grootste uitdagingen als het gaat om duurzaamheid?
“Dat je duurzaamheid niet afdoende kunt bewijzen. Hoe meet je hoe groen je bent? Op elk kunststof flesje staat tegenwoordig dat het gemaakt is van ‘gerecycled’ plastic, maar gaat het dan om 1 of 10 procent hergebruikt materiaal? Je mag al bij 1 procent het recycle-logo gebruiken – onterecht vind ik. Grote accountancykantoren zoals KPMG werken toe naar een uniforme meetbaarheid, om zulke greenwashing te voorkomen. Een goede ontwikkeling.”
Is het voor een familiebedrijf moeilijker of makkelijker dan bijvoorbeeld een aandeelhoudersbedrijf, om te focussen op duurzaamheid?
“Als de familie achter de groene gedachte staat, is het makkelijker om de hele organisatie mee te krijgen. Wij kunnen sneller besluiten om een bepaald product niet meer in te kopen, als daar schadelijke stoffen in zitten. De lijnen zijn korter, de betrokkenheid is groter. Als we grote investeringen moeten doen voor de lange termijn en we op papier een paar mindere jaren schrijven, dan kan dat. Ik hoef niet jaar op jaar aandeelhouders tevreden te stellen met nog grotere winstcijfers.”
Wat drijft je om je zo in te zetten voor duurzaamheid?
“Twintig jaar geleden maakte ik me al zorgen over de groeiende afvalberg, de eindigheid van grondstoffen, de overbevolking, de klimaatopwarming – al is die nu nadrukkelijker aanwezig dan vroeger. Wat gaan de kinderen van mijn kinderen later aantreffen? Dat is voor mij de insteek geweest om te kijken hoe we een commercieel succesvol bedrijf kunnen zijn mét oog voor duurzaamheid. Dat gaat makkelijk hand in hand, zo bewijzen wij.”
Bekijk de video om te zien hoe bij familiebedrijf Holbox duurzaamheid en succes hand-in-hand gaan.
Dit artikel is gemaakt door een van onze expertredacteuren in samenwerking met onze partner Vattenfall. Change Inc. werkt met partners die de klimaattransitie aanjagen. Zij kunnen cases presenteren waar anderen zich aan kunnen optrekken en zijn eerlijk over de uitdagingen. Niet één bedrijf is al 100 procent duurzaam, maar veel zijn onderweg. Dankzij ons partnermodel zijn onze artikelen gratis toegankelijk voor iedereen. Benieuwd naar hoe wij werken? Klik hier.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in