De flat in Maassluis is volgens de initatiefnemers van verduurzamingsbureau Voor de VVE de eerste in Europa met zo’n slim systeem. Het zorgt ervoor dat de stroom van de zonnepanelen op het dak van de flat daadwerkelijk bij de bewoners terecht komt, en niet alleen in gemeenschappelijke ruimtes. Ook wordt er meer stroom nuttig gebruikt dan bijvoorbeeld bij zonnepanelen die op huizen liggen.
Batterijen zijn de toekomst
“Dit is de toekomst”, zegt Rene ter Veer van Voor de VVE. “De salderingsregeling, waar je het stroomnet gebruikt als batterij, houdt langzaam op. En dan zijn zonnepanelen plotseling waardeloos, tenzij je de stroom zelf op kan slaan en nuttig gebruiken.”
Lees ook: Heeft elk zonnepark straks een vorm van energie-opslag?
Het batterijsysteem voor een flat heeft dus de toekomst. Het smart grid zorgt er bovendien voor dat de stroom overdag ook nuttig gebruikt kan worden; inwoners kunnen hun wasmachine of vaatwasser zo programmeren dat deze aangaat als zonnepanelen veel stroom opwekken. Dat voorkomt ook dat je een gigantische (en dus dure) batterij nodig hebt.
Veiliger en beter
Maar het project in Maassluis is ook bijzonder omdat het als eerste voldoet aan nieuwe veiligheidseisen. Het Instituut voor Fysieke Veiligheid, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en Voor de VVE maakten de afgelopen maanden een lijst met nieuwe eisen voor dit soort projecten. Grote verzekeraars zoals Achmea, Reaal en a.s.r. nemen deze eisen binnenkort over als een flateigenaar een zonneproject wil starten. Vandaag (13 oktober, 15:00 uur) presenteren de partijen de nieuwe regels via een webinar.
De eisen liegen er niet om. De kwaliteit van zonnepanelen, kabels, batterijen en transformatoren moet veel beter worden, om zeker te weten dat ze niet stukgaan en problemen opleveren. Ook moet er een systeem komen dat de batterij onder water kan zetten als deze oververhit of in de brand vliegt.
Het zijn strenge eisen, maar volgens ter Veer is het onvermijdelijk. “In een flat heb je meteen een enorm probleem als er brand in de technische ruimte is. Deze ligt vaak bij het trappenhuis, wat de enige uitgang is voor flatbewoners. Tel daarbij op dat veel senioren en mensen die slecht ter been zijn in hoogbouw wonen, en je snapt waarom je absoluut zeker moet weten dat een energiesysteem veilig is.”
Hij vergelijkt het met de industrie; daar zijn de eisen voor installaties veel strenger dan in woningen. “Maar als je in een woonflat stroom en warmte gaat produceren, wordt het een soort industrieel gebouw. Daar horen ook strengere eisen bij.”
Financiën
Strengere eisen zorgen ook voor hogere kosten. “Maar uiteindelijk verdien je het makkelijk terug, want de apparatuur gaat langer mee en heeft minder onderhoud nodig”, zegt ter Veer. Het probleem: mensen moeten in het begin wel genoeg geld hebben. De terugverdientijd ligt tussen de 10 en 15 jaar - meer dan bij zonnepanelen op individuele woningen, hoewel dat mede komt door de verdwijnende salderingsregeling. Toch is financiering prima mogelijk, denkt ter Veer. “Er zijn leningen om het allemaal te bekostigen. Maar het wordt wel een ingewikkelder financieel proces. Het is aan bedrijven, zoals Voor de VVE, om dat goed uit te leggen aan bewoners, zodat zij zien hoeveel ze per maand kwijt zijn en hoeveel ze overhouden.”
Lees ook: Deze baksteen werkt als batterij en slaat stroom op voor huizen
Beeld: Voor de VVE
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in