Zonneparken zijn een belangrijke schakel in de energietransitie van grijze naar groene stroom. Toch is er al lange tijd discussie over de negatieve effecten van zonneparken, zoals het aanzien van het landschap, de biodiversiteit en bodemkwaliteit.
Want een groot deel van de Nederlandse zonneparken is ingericht met oost-west georiënteerde zonnepanelen: een dakje van panelen die tegen elkaar aan staan, waardoor zo’n 90 procent van het grondoppervlak bedekt is. Het gaat dan om de ruimte tussen en onder de panelenrijen, en niet om de ruimte in de rand rondom het zonnepark.
Geen groei meer
“Je ziet dat op die plekken helemaal niets meer groeit”, zegt TNO-onderzoeker Kay Cesar. “Planten groeien door fotosynthese en daar heb je zonlicht voor nodig. Als dat niet kan gebeuren, stopt de aanvoer van voedsel en koolstof in de bodem. Het hele ecosysteem van schimmels, bacteriën, wormen en mollen raakt uit balans”, licht Cesar toe. “De natuurlijke kracht van de bodem gaat verloren.”
Wanneer een zonnepark na 25 jaar wordt opgeruimd, is de kans groot dat de bodem niet meer bruikbaar is: de eerst vruchtbare grond verliest daarmee aan waarde. En dat is zonde, vinden de onderzoekers van TNO, want het herstellen van de bodemkwaliteit kost veel meer tijd en geld dan een aanpassing in het ontwerp van de zonneparken.
Semi-transparant en tweezijdig
Daarom doen de onderzoekers van TNO een suggestie. Eerdere praktijkmetingen van Wageningen University and Research (WUR) toonden aan dat onder zonnepanelen op het zuiden met een lagere bedekkingsgraad veel meer planten groeien dan onder oost-west panelen. TNO bootste die omstandigheden na met een geavanceerde computerprogramma: BIGEYE. De beste oplossing blijkt het gebruik van semi-transparante en tweezijdige zonnepanelen. Die leveren evenveel rendement én zorgen voor een goede bodem.
De zogenoemde bifacial zonnepanelen compenseren het verlies van het doorgelaten licht omdat ze het gereflecteerde licht van de bodem via de achterkant van het paneel ook omzetten in stroom. “Ze worden al op grote schaal geproduceerd: zo’n 15 procent van de zonnepanelen wereldwijd zijn al bifacial. De verwachting is dat tegen 2030 de helft van alle panelen tweezijdig zijn”, zegt Cesar. Kostentechnisch is het volgens de ervaren TNO-onderzoeker niet heel veel anders dan de bestaande zonnecellen. “Ze hebben nu al dezelfde prijs als hoge rendement panelen en bovendien leveren de bifacial panelen een nóg hoger rendement.”
TNO testte eerder al de tweezijdige zonnepanelen, en deze bleken inderdaad uitstekend te werken.
Niet ombouwen maar toekomstige plannen verbeteren
Het ombouwen van de bestaande zonneparken is volgens Cesar niet de bedoeling. “De energietransitie kan niet wachten, maar we kunnen het proces voor de komende zonneparken wel verbeteren.” Huidige oost-west georiënteerde zonnepanelen komen veel vaker voor in Nederland dan in andere Europese landen. Dat komt volgens Cesar door de subsidiewetgeving, de hoge grondkosten en netaansluiting. “Als je zonnepanelen optimaal oriënteert, wordt niet de volledige opbrengst gesubsidieerd. Ook is de grond hier duur, waardoor mensen zo veel mogelijk panelen tegen elkaar willen zetten”, legt Cesar uit. De semi-transparante tweezijdige panelen kunnen daar verandering in brengen. “We pleiten voor een nieuwe norm waarbij bodemkwaliteit en biodiversiteit in mee worden genomen.”
Het TNO-rapport, in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf, sluit aan op het eerder gepubliceerde onderzoek van WUR naar de effecten van zonneparken op de biodiversiteit. De WUR nam 25 zonneparken onder de loep om vast te stellen welk soort parken welke effecten hebben op onder meer bodem, vegetatie en soortenrijkdom. Daar kwamen vooral de oost-west georiënteerde parken slecht uit de bus.
Wil je meer weten over duurzame ontwikkelingen in de voeding- en landbouwsector? Bos in plaats van weiland: er komen steeds meer voedselbossen in Nederland.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in