Arthur Vermeulen is al zijn hele carrière werkzaam in de windenergiesector. Eerst als verkoper van windturbines aan boeren bij Tacke Windtechniek en daarna als ontwikkelaar van windenergieprojecten bij Siemens. Sinds 2004 werkt Vermeulen voor Pure energie als directeur windenergie.
Visie
“Ik heb een fascinatie voor windmolens. Ik ben techneut en vind het fantastische machines. Het draait rond, en maakt van een natuurkracht een nuttig product. Toen ik net afgestudeerd was ben ik een keer onder zo’n turbine gaan staan. Ik wist meteen: hier wil ik mee werken.
In de tijd dat ik begon in de windenergie had het nog lang niet de omvang die het nu heeft. Het woord energietransitie bestond nog niet eens. Windenergie heette nog alternatieve energie. Op dat moment was de klimaatwetenschap nog niet zo ver als nu. En ik was ook niet een duurzame energie fanaat. Ik vond het wel leuk om iets te doen dat toegevoegde waarde had voor de wereld. Inmiddels ben ik wel vreselijk overtuigd van de energietransitie.
Pure energie doet de hele keten, van weiland tot stopcontact. Dat betekent dat we initiatieven nemen voor duurzame energie, wind en zon. We ontwikkelen de projecten we bouwen ze, financieren ze en verkopen de stroom aan onze klanten. In het begin hadden we een heel technocratische benadering. We zochten een plek, benaderden een wethouder en als we geluk hadden kregen we een vergunning. Maar de context is veel groter. Gaandeweg kwam ik erachter dat de omgeving de belangrijkste succesfactor was."
"Ik ben me in de klimaatverandering gaan verdiepen en steeds meer overtuigd geraakt dat het echt moet gebeuren"
Leiderschap
"In 2013 ging ik in Deventer op advies van een wethouder voor het eerst samenwerken met een energiecoöperatie. Dat was echt een eyeopener. Tot dan toe had ik gesprekken met gemeenteraden het stempel van dat bedrijf dat tegen de zin van de omgeving molens in het landschap komt zetten. Nu zaten medestanders uit diezelfde omgeving naast mij. Ik ondervond aan den lijve wat voor een andere sfeer dat brengt in de politieke besluitvorming. Toen wist ik: dit moeten we in elk project doen. Dat werd het Deventer model. Sindsdien zoeken we voor elk project een energiecoöperatie om mee samen te werken. Inmiddels is deze burgerparticipatie opgenomen in het klimaatakkoord.
Natuurlijk zitten er ook nadelen aan. Het kost meer tijd, meer overleg, meer contracten. En met een participatie van 50 procent is je businesscase gehalveerd. Maar de slaagkans is wel veel groter. Dat geldt ook voor burgerparticipatie. Vroeger bestond dat uit een informatieavond waarop je uitlegde wat je ging doen. Nu worden er werkgroepen opgericht waarin je samen beslist over de invulling van het project. Dat leidt tot veel meer acceptatie. En ik leg liever drie molens wel aan dan zes niet."
Impact
"Ik heb mijn persoonlijke ervaring geprobeerd om te zetten in een nieuwe werkwijze van het bedrijf. Daardoor werd Pure energie de eerste commerciële marktpartij in Nederland die samenwerkingsverbanden aanging met energiecoöperaties. De manier waarop wij ontwikkelen is een voorbeeld voor een heleboel collega’s in de sector. En inmiddels is het de norm geworden. Maar als wij niet in 2013 waren begonnen met die samenwerkingsverbanden had dat langer geduurd. Wij hebben laten zien dat het werkt.
Het is een weerbarstig vak. Je zit met dit soort projecten altijd in iemands belang. Je zit in de ruimte, dus dat is iemands uitzicht, of een natuurclub vindt het vervelend. Dus ik heb continu tegenwind eigenlijk. En doordat ik daar steeds mee geconfronteerd werd, stelde ik mezelf steeds de vraag: ben ik wel op de goede weg. Moeten we die windmolens wel willen? Is de energietransitie het waard om dit soort ingrepen te doen? Ik ben me in de klimaatverandering gaan verdiepen en steeds meer overtuigd geraakt dat het echt moet gebeuren. Waar ik begonnen ben als techneut, vind ik duurzaamheid nu echt belangrijk. Ik wil bijdragen aan de energietransitie. Dat doe ik met wat ik goed kan: meer windmolens realiseren.”