Marlies van Wijhe staat als vierde generatie aan het roer van familiebedrijf Van Wijhe Verf. (Omzet 45 miljoen, 230 werknemers). Toen ze in 2000 begon was het vooral belangrijk het bedrijf gezond te houden, maar acht jaar later ontdekte ze het belang van duurzaamheid, geïnspireerd door de visie van de topman destijds Feike Sijbesma. Ze verdiepte zich in het verhaal, droeg het naar buiten uit, maar zette zich ook intern in om duurzaamheid in het DNA van het bedrijf te krijgen. Daartoe organiseert ze lunches met telkens twaalf medewerkers, waarin gedurende anderhalf uur uitvoerig over de Sustainable Development Goals wordt gesproken.
Het draagt bij aan het authentieke karakter van haar leiderschap, geschraagt door haar achtergrond. Van Wijhe wilde ooit bioloog worden, is voorvechter van biodiversiteit en ziet de transitie naar een duurzame economie als noodzakelijk voor het voortbestaan van de maatschappij. Sterk punt is dat het niet bij mooie woorden alleen blijft. Van Wijhe biedt verf aan die voor veertig tot zestig procent uit hernieuwbare grondstoffen bestaat. Het is het eerste bedrijf in de chemische industrie met een B-corp-keurmerk en heeft als harde doelstelling dat het in 2025 klimaatneutraal wil zijn. Om dat doel te bereiken gaat Van Wijhe discussie met leveranciers die nog niet zover zijn niet uit de weg.
Van Wijhe Verf is een kleintje vergeleken met grote verfreuzen PPG/Sigma en AkzoNobel, bedrijven die veel meer impact hebben als ze stappen zetten. Maar de strijdbare Marlies van Wijhe (in 2010 zakenvrouw van het jaar) riep al jaren geleden dat ze een 'pain in the ass' van de grote spelers wil zijn. Aan haar om impact te maken door met innovatie voorop te blijven lopen. En op die manier de grote spelers mee te krijgen.