Daarmee staan de eerste twee Sustainable Development Goals (SDGs) onder druk in Afrikaanse landen onder de Sahara. In deze regio bevinden zich sowieso al de meeste armen en hongerigen op de wereld, maar door covid-19 zijn de problemen nog groter geworden. Hoewel het beteugelen van de pandemie een lovenswaardig doel is, zijn de neveneffecten van maatregelen als extra grenscontroles niet te overzien.
Een keer per dag eten
Onderzoekers van de Alliance of Biodiversity vroegen boeren en burgers in verschillende Afrikaanse landen naar hun eetpatroon tijdens en voor de pandemie. Gemiddeld at de meerderheid tijdens de pandemie maar twee keer per dag, terwijl drie keer gezond en nodig is. In Oeganda lijken de problemen het grootst; de ondervraagde boeren aten maar een keer per dag.
Lees ook: Hoe staat het na vijf jaar met de SDGs?
Het gebrek aan eten heeft verschillende oorzaken. Er waren vaak al problemen met voedselzekerheid en armoede, die erger werden. In Kenia komt bijvoorbeeld 15 procent van het eten van buiten het land. Door import- en exportrestricties kwam dat eten niet aan in het land, met grote gevolgen voor de bevolking. Ondertussen hebben boeren het ook zwaar, omdat ze geen buitenlandse arbeiders, zaden of materiaal in kunnen laten vliegen.
Een nieuw voedselsysteem
De Alliance noemt in hun onderzoek geen directe oplossingen, maar pleit wel voor een verandering van het voedselsysteem. Nu importeren en exporteren landen volop, terwijl ze in principe ook in hun eigen land de verbouwde waren (zoals bonen) kwijt zouden kunnen. Door kortere leveringsketens neemt de voedselzekerheid toe. Het is dan wel zaak dat de boeren een goede prijs krijgen voor hun waren, anders zou de armoede onder deze beroepsgroep ook weer toenemen.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in